Eclectogram 1 Groningogram


oplossingen Eclectogram 1: Groningogram

H1. + V1.: DOAR BROEST DE ZEE, DOAR HOELT DE WIND. Als randverschijnsel had ik de eerste regels van het tweede couplet van het Groningse volkslied gekozen.
H8: TER APEL. Ter kapel k-loos. Bovendien is er een Kloosterkerk in Ter Apel.
H10: LEVEN. Wij zijn in de bedstee geboren. Sommigen dachten dat het LIJDEN daar was begonnen, maar zo erg was het nou ook weer niet.
H11: SPUL. Man, man wat ’n boudel zegt een Groninger als de boel in het honderd loopt.
H12: HAVEN. ha! ven – een glinsterende plas is een mooi gezicht.
H13: NABERS. Friezen, Drenten en Duitsers zijn buren van mensen die in de provincie Groningen wonen.
H16: EE. Friese benaming van een riviertje. Stond toevallig naast AA (H17), het riviertje dat vaak in kruiswoordpuzzels voorkomt. En in Westerwolde is de Ruiten-A te vinden.
H18: LOR. Een lor is een oude lap die desnoods als vaatdoek kan dienen.
H19: MOLLEBONEN. Bijnaam van Groningers en voedsel voor dieren die door de grond kruipen.
H23: EDIK. Groningse benaming van azijn.
H24: DRASSIG. Dit was een struikelblok. Oplettende lezertjes, om met Marten Toonder te spreken, zullen begrepen hebben dat ik in de Veenkoloniën ben geboren. En wat zong Ede Staal in het lied Doar bluit mien eerappellaand?

“Eerst was er veen en alles onbegoanboar,
t laand was sjompeg en gain mensk dij kon er wonen.”

Sjompeg = drassig. Vóór de turfwinning, lang voor mijn geboorte, was mijn geboortestreek een moeras.
H25: NEE! ’n EE (een riviertje)
H28: TOP. De top is het hoogste; daar gaat niets boven.
H29: WUPS. Het gewestelijke woord voor wuft, frivool.
H31. + H39. PEERD VAN OME LOEKS. Het bekende witte beeld dat altijd voor het station stond. Was een toonbeeld van gezondheid, want het liedje gaat zo:

Peerd van ome Loeks is dood, Loeks is dood, Loeks is dood,
Peerd van ome Loeks is dood, hailemoal dood.
Guster nog goud gezond,
Sluig met zien steert in ’t rond.
Peerd van ome Loeks is dood, hailemoal dood.

H34. AGE. Friese jongensnaam. Bovendien is ‘age’ het Engelse woord voor ‘leeftijd’.
H36. NEVELS. Nuchtere Groningers weten dat witte wieven schijngestalten zijn, veroorzaakt door opstijgende mistflarden.
H37. MAAN. Ede Staal bekende in Credo – Mien bestoan:
“din zing ik mit de vogels mit, din proat ik tegen de moan”
H38. K.O. Uitgeteld. En dat waren jullie, geef het maar toe!

V2. ALTEVEER. Een veer is heel licht en dit plaatsje is dus overdreven licht.
V3. BEREND. Bommen Berend is de bijnaam van Christoph Bernhard Freiherr von Galen, de bisschop van Münster. In 1672 bestookte hij Groningen met bommen, maar dat zat hem niet glad, want de Groningers schoten terug met het kanon de Grote Griet.
V4. EDE STAAL. Was niet in alle opzichten voorbeeldig, maar als zanger wel! Een staal is o.a. een lapje stof als voorbeeld.
V5. DOLLAR. Munteenheid die in de benaming van de Dollard voorkomt.
V6. ZAVEL. Grondsoort die uit klei met zand bestaat: minder vruchtbaar dan zware klei, maar beter bewerkbaar, met een goede afwatering en beluchting. ZODEN was ook leuk bedacht, maar niet goed.
V7. EENRUM. Als je het bij één rum houdt, drink je niet veel.
V9. LP. De elpee is de voorloper van de cd, die in het Gronings een ‘spiegelplaatje’ wordt genoemd.
V14. BALEN. Balen tabak en balen stro.
V15. SMOK. Een smok is een zoen en volgens Van Dale ook een klanknabootsend woord.
V19. MEISJES. Het allergrootste struikelblok, door de dubbele ‘vertaalslag’. Een Gronings meisje is een wicht. Kwaad is boos. Een booswicht voert iets in zijn schild.
V20. EDE. Voornaam (zie V4) en een plaats in Gelderland.
V21. BIETEN. Een gewas om in te biet’n (bijten).
V22. NOORDEN. (Twee inzenders hadden een tocht naar het barre noorden ondernomen om ter plaatse de oplossing(en) te zoeken!)
V26. SPRAAK. Het Gronings is voor Groningers een ‘sproak’ en dus geen dialect of raar taaltje!
V27. SODOM. Bijnaam voor Winschoten.
V30. SPEK. Spekdikke(n) zijn in een rond wafelijzer gebakken pannenkoeken met spek die met oudjaar gegeten worden.
V32. ELO. De rating van schakers.
V33. AAL. Een diep is een kanaal.
V35. GAS. Denk maar aan de ‘aerdgasbaeten’ (Ruding).
V37. ME. Agenten met schilden die op relschoppers staan te wachten.